In Bemmel leven sinds jaar en dag niet alleen steenuiltjes, maar ook ransuilen in de wijken. Meer specifiek in en rond het centrum; daar waar geschikte bomen staan.
Van oudsher werden in de grote tuinen veel bomen geplant, ook groenblijvende naaldbomen. En hoewel de laatste jaren boom na boom verdwijnt uit particuliere tuinen, is de ransuil nog steeds aanwezig. Naaldbomen zijn bij uitstek geschikt om in te broeden of als roestboom. Het rusten van uilen wordt ook wel de roest genoemd, vandaar deze naam.
Uilen jagen ’s nachts en in de schemer, terwijl ze overdag slapen. Hiervoor kiezen ze een beschutte plek, en door hun bruingrijze verendek vallen ze vaak niet op in de boom. Zomers wordt ook geroest in loofbomen, maar in de winter zijn ze aangewezen op groenblijvers, zoals naaldbomen. Coniferen en houtopstanden met groenblijvende klimop kunnen hele goede roestbomen zijn. Ergens in het centrum van Bemmel staat zo’n boom in een particuliere tuin. Dankzij oplettende buurtbewoners is deze enkele jaren terug van de kap gered, toen de woning van eigenaar wisselde. Decennialang kwam hier elke winter een grote groep ransuilen roesten. Wel tot twintig uilen in één boom!
Het is bekend dat in de wijk 4 tot 5 “Bemmelse” ransuilen leven, die zomer en winter te spotten zijn. De andere uilen zijn waarschijnlijk afkomstig uit Oost-Europa en overwinteren hier. Helaas is de staat van instandhouding (een term uit de Wet Natuurbescherming) van ransuilen heel slecht. Sinds enkele tientallen jaren neemt hun aantal in rap tempo af. Daar zijn verschillende oorzaken voor, en één daarvan is het gebrek aan bomen.
De ransuil is een strikt beschermde vogel. Dat geldt óók voor de bomen waarin ze broeden en roesten. Omdat ransuilen altijd terugkomen op dezelfde bomen, mogen deze dan ook niet gekapt worden. De natuurwaarde van deze bomen wordt ook gezien door Boomrijk Lingewaard. Daarom hebben wij de provincie gevraagd extra te letten op de beschermde roestboom in Bemmel. De eigenaren hebben helaas de klimop die in boom groeide laten afsterven, waardoor er sinds vorige winter geen Oost-Europese uilen meer zijn komen roesten.
Als samenleving moeten we een ongunstige staat van instandhouding van beschermde dieren proberen om te buigen naar een gunstige staat. Dat kan niet zonder bomen! Dus: heeft u een grote naaldboom (den, spar, conifeer, cipres) in uw tuin en overweegt u te kappen? Doe het niet. U draagt zo niet alleen bij aan het vergroten van de leefbaarheid in uw straat of wijk, het verminderen van hittestress, het bevorderen van de biodiversiteit in het algemeen, maar ook aan de instandhouding van de ransuil.
Als er ransuilen leven in een woonwijk, betekent dit dat het goed gesteld is met de biodiversiteit. De uil, een roofvogel, staat immers bovenaan de voedselpiramide. Hij voedt zich met muizen en kleine vogels en broedt in de oude nesten van eksters en kraaien. Hoe meer groen in een wijk waar vogels en kleine zoogdieren kunnen leven, hoe meer kansen voor de uilen. U helpt de ransuil dus ook door loofbomen en heggen te planten en te behouden!
Tot slot. Het is Boomrijk Lingewaard bekend dat er ook in Huissen plekken zijn waar ransuilen roesten en broeden. Mocht u hiermee bekend zijn, dan horen wij dat graag. Zodat ook die bomen bekend worden en wij hun beschermde status kunnen aangeven bij de gemeente en provincie. Veel dank namens de uilen!
Tekst en foto: Liny Mutsaers